Terug        

Loser

Zo snel als haar conditie het toeliet, haastte Sofie zich naar het station om de trein van vier uur te kunnen halen. Buiten adem opende ze de schuifdeur van het eerste het beste compartiment. Nog nahijgend zag ze de bekende stoelen met blauw gekleurde zachte stof en vrolijke opdrukjes. 'Dergelijke comfortabele zitplaatsen zouden vroeger alleen aan eersteklas reizigers zijn voorbehouden', dacht ze, terwijl ze tevreden bij het raam neerzeeg. Er zat nòg een passagier. Een man van middelbare leeftijd, gekapt naar de laatste mode, strak in het pak, designbrilletje, gesoigneerd macho drie-dagen-baard en een diplomatenkoffer op zijn schoot. Zij groette de man, die niet de moeite nam iets terug te zeggen. Hij las.
De trein was al vertrokken en Sofie reisde met het landschap mee. Akkers, bossen, boerderijen….. Evenwijdig aan de spoorbaan liep een zandweg. In een flits zag ze een herenfiets met uitgeklapte standaard op het pad staan. Over het stuur hing een spijkerjack zodanig zorgvuldig gedrapeerd, dat de handvatten in de schouders pasten en de mouwen leeg naar beneden hingen. Een windvlaag tilde de linkermouw op. Het leek alsof ze werd nagezwaaid. Voordat Sofie het surrealistische beeld daar op die eenzame zandweg tot zich door kon laten dringen, begon de trein aan een remmanoeuvre, dermate hard, dat het boek van de man uit zijn handen vloog en de buik van Sofie zeer onzacht met het raamtafeltje in aanraking kwam. Schokkend, piepend en gierend kwam de trein tussen de weilanden tot stilstand. Even was het doodstil. Daarna was er geschuif van deuren en hoorde ze opgewonden stemmen van een aantal jongens in de aangrenzende coupé. Ze vloekten.
De man tegenover haar raapte zijn boek op en Sofie wreef over haar pijnlijke buik. Minutenlang gebeurde er niks. Toen werd per luidspreker verzocht om op de plaatsen te blijven zitten. Niemand mocht de trein uit. De deuren zouden gesloten blijven. De vertraging was voor onbepaalde tijd.
Tien minuten verstreken. Ze hoorde het geluid van stoeiende jongens.
Ambulancepersoneel kwam over het weiland aangelopen. Hun voertuig stond verderop geparkeerd. Sofie veronderstelde dat er iemand in de trein onwel geworden was. 'Het zal je maar gebeuren', dacht ze 'ergens in the middle of nowhere'. Ze stapten echter niet in . Zij zag hen naast de trein met iets onduidelijks in de weer. Ondertussen was er ook politie gearriveerd. Twee agentes gingen in gesprek met twee conducteurs naast de trein, die er verslagen bij stonden. De jongens vertelden elkaar schuine moppen. Ze kon de schuttingwoorden duidelijk verstaan. Een van de medewerkers liep over het weiland terug naar de wagen. Hij droeg een witte zak van dik plastic. Het leek of hij modder vervoerde. Toen ze zijn bebloede handschoenen zag, sloeg er een golf van paniek door haar heen. "Iemand onder de trein?", vroeg ze hulpeloos in de ruimte. Ze zocht met haar blik steun bij de man. Deze las schijnbaar onaangedaan verder en gaf er geen blijk van haar vraag gehoord te hebben. Naast haar aan de buitenkant van de trein hoorde ze geluid. Ze keek naar beneden. Iemand morrelde onder de wagon precies onder haar zitplaats. Ze hoorde en voelde duidelijk gepor onder haar stoel. "Ik heb het", hoorde ze iemand opgelucht zeggen.
Ondertussen had haar medepassagier zijn GSM tevoorschijn gehaald. En terwijl ze hem de cijfers in hoorde toetsen, zag ze wat 'HET' was. 'HET' was de gerafelde mouw van een geel overhemd met bloederige resten, die met een lange stok van onderuit haar zitplaats was gehengeld. Het werd zwart voor haar ogen. Ze leunde achterover. Dacht aan de fiets met het spijkerjack, aan politie ergens aan een voordeur, aan een ellendige boodschap die vele levens zou verwoesten en voor altijd zou veranderen. Aan iets onbeschrijflijks, iets ongrijpbaars, iets duisters. De jongens hadden 'HET' blijkbaar ook gezien en joelden alsof ze een supportersvlag zagen. Haar medepassagier had ondertussen verbinding. Verbinding met Desiree. 'Hij zou wat later zijn', hoorde Sofie hem zeggen.' Een of andere loser had zich waarschijnlijk voor de trein gegooid'. Het woord 'loser' trof haar in deze omstandigheid als een mokerslag, vanwege het totale gebrek aan piëteit dat er in meeklonk. "Wat eten we vanavond?", vroeg hij, ondertussen de ambulancehulp nakijkend, die bezig was de stoffelijke resten van de stok te verwijderen. Sofie beet op haar hand om niet te hoeven huilen. Boos werd ze, boos op haar schijnbaar onverschillige medepassagier, boos op de jongens die alles vermakelijk vonden en boos op zichzelf, al wist ze niet precies waarom. Er werd omgeroepen dat er werd gewacht op een andere machinist. De reden werd niet genoemd.
Na bijna een vol uur vertrok de trein richting stad. De stoere jongens waren eindelijk stil. Haar medepassagier klapte zijn boek dicht en legde het samen met zijn GSM in zijn koffertje. Hij pakte zijn jas en liep zonder te groeten de coupé uit. De trein naderde het station.
Aangeslagen stapte zij uit. Het was niet druk op het perron. Vlak voor zich zag ze de panden van de lichte regenjas van haar eerdere medereiziger optimistisch meezwieren met zijn zelfverzekerde tred, op weg naar de kookpotten van Desiree. Ze arriveerden beiden tegelijkertijd boven aan de trap om naar beneden te gaan waar de uitgang zich bevond, toen het diplomatenkoffertje uit zijn hand gleed. Al op de tweede trede vloog de klep open. Papieren dwarrelden door de lucht. Zijn GSM gaf een hopeloos piepje en bleef op de derde trede van bovenaf monddood liggen. Iets vleeskleurigs, slangachtigs, sprong tevoorschijn uit het koffertje. Even dacht Sofie dat ze hallucineerde. Ze zag een roze rubberen mannelijk geslachtsdeel van buitensporige afmetingen de treden afstuiteren. Om de andere tree maakte de dildo een frivole buiteling. Op de onderste tree werd het aan/uit knopje blijkbaar geactiveerd, want bevend en trillend zocht het product zijn eigen weg en kwam ratelend tot stilstand tegen een lege zinken emmer, behorend bij een bloemenstalletje in de stationshal. Het geluid trok de aandacht van passanten, die lacherig bleven staan. En als de omstandigheden anders waren geweest had Sofie zeker van harte meegelachen.
Haar ex-medepassagier had inmiddels haastig zijn bezittingen bij elkaar gegrist, snelde de trap af en probeerde ongezien te ontkomen. Sofie versperde hem onder aan de trap echter de weg en wijzend op de rubberen roze penis met onnatuurlijk scrotum, dat nog wat tegen de emmer nasidderde, riep ze :"Mijnheer hier vergeet zijn substituut!". En met haar ogen priemend in de zijne voegde ze er vals aan toe: "LOSER!" en zij maakte het kleine gebaar tussen duim en wijsvinger. *

*gebaar waarmee vrouwen onder elkaar in bepaalde situaties, geringschattend de maat van de mannelijkheid plegen aan te geven.